Prime vastgoed in 2017 duurder ondanks rentestijging

De prijzen van topvastgoed blijven de eerste helft van 2017 licht stijgen ondanks de verwachte rentestijging.

De Amsterdamse kantorenmarkt kan rekenen op fors hogere huurprijzen, onder meer vanwege een flinke toename van het aantal kantoorbanen. Dat blijkt uit de CBRE Netherlands Real Estate Market Outlook 2017 die de vastgoedadviseur op 19 januari publiceert.

CBRE verwacht in 2017 weer een sterk beleggingsjaar, waarbij met name de exits van private equity partijen en de verkoop van niet-presterende leningen kunnen opvallen. De vroege durfinvesteerders hebben veel geld gestopt in hun kantoor- en portefeuilleaankopen en door actief asset management de bezettingsgraad fors verhoogd. De kopers zijn naar verwachting institutionele partijen die met dit vastgoed langetermijnzekerheid zoeken. De Aziatische kapitaalinbreng in Nederlands commercieel vastgoed kan aanzienlijk zijn, aldus CBRE.

CBRE ziet 2017 als het jaar dat de mondiale rentecyclus eindelijk draait. Na een continue daling sinds 2008 volgt dit jaar een bescheiden stijging. Niettemin verwacht de vastgoedadviseur een verdere aanscherping van de aanvangsrendementen van commercieel vastgoed. ‘Renteniveaus zijn niet de enige driver van de property yields. Verwachte huurgroei, liquiditeit, beleggersvertrouwen en allocatiebeleid zijn ook bepalend. Bij prime vastgoed verwachten we dan ook een verdere – weliswaar marginale – yieldcompressie in de eerste helft van 2017, gevolgd door een stabilisatie.’

Een uitzondering kan volgens CBRE gelden voor long-income assets, topvastgoed met huurcontracten van 15 jaar en langer. Hier is een verdere prijsstijging mogelijk dankzij de mondiale zoektocht naar hoogrentende vermogenstitels. Vanwege het gebrek aan topproduct zullen investeerders steeds vaker buiten Amsterdam zoeken, zoals in 2016 al zichtbaar in Rotterdam met een beleggingsvolume van 1 miljard euro. De combinatie van een geringe ontwikkelpijplijn en een hoge opname en dalende leegstand op de Amsterdamse kantorenmarkt betekent daar ook in 2017 stijgende huurprijzen.

CBRE verwacht dit jaar een groei van het aantal kantoorbanen van 2,2 procent in Amsterdam. Gebruikersmarkten reageren tot nu toe neutraal op politieke gebeurtenissen als de Brexit of de Nederlandse parlementsverkiezingen in maart. De grootste groei (2,4 procent) voorziet de adviseur in Rotterdam. Van de G4-steden blijven Utrecht (1,9 procent) en vooral Den Haag (1,4 procent) achter. Tot 2020 neemt het aantal kantoorbanen in Nederland jaarlijks met 1,5 procent toe, verwacht Oxford Economics. Dat betekent een totale toevoeging tussen 2017 en 2020 van 224.000 banen.

Bron: Vastgoedmarkt

Hoogste beleggingsvolume ooit van Nederlands vastgoed

2016 is in totaal voor ruim 13,5 miljard euro belegd in Nederlands commercieel vastgoed, blijkt uit cijfers van internationaal vastgoedadviseur CBRE.

Dit is een absoluut record en een stijging ten opzichte van 2007, dat toen met een investeringsvolume van 13,15 miljard euro als recordjaar de boeken in ging.

In Nederland werd in de eerste drie kwartalen van 2016 voor ruim 7,8 miljard euro verhandeld. In het laatste kwartaal is hier nog 5,7 miljard euro aan toegevoegd. Beleggers hebben hun zinnen met name op kantoren (5,8 miljard euro) en woningen (3,3 miljard) gezet. Het beleggingsvolume in bedrijfsruimte is met 1,2 miljard euro stabiel gebleven en voor winkelvastgoed lag het volume met 1,8 miljard lager dan vorig jaar, toen de Corio/Klépierre portefeuille voor 730 miljoen euro werd aangekocht door Wereldhave. Daarnaast is dit lagere volume te verklaren door onzekerheid op de winkelmarkt door faillissementen van grote binnenlandse winkelketens eind 2015 en begin 2016.

Jos Tromp, EMEA head of Research, CBRE: ‘Beleggers zijn veelal risicomijdend. Investeren in een land met gezonde, economische fundamenten en relatief hoge rendementen past goed in dit plaatje. We zien door een schaarste aan prime product dat beleggers hun blik verruimen. In hun zoektocht naar rendement kijken ze niet meer alleen naar Amsterdam maar ook naar steden als Rotterdam en Utrecht. Daarnaast zien we de interesse in commercieel vastgoed in niche markten toenemen. Met name zorgvastgoed is een gewild product.’

Erik Langens, executive director Capital Markets: ‘Zowel grote portefeuilles als single assets wisselden van eigenaar in 2016. Voor 2017 verwachten we weer een hoog volume, mede gestuwd door investeringen in de winkelmarkt. Ondanks de uitdagingen die er nog liggen zien wij door een aantal positieve signalen volop kansen voor beleggers. Het consumentenvertrouwen is in jaren niet zo hoog geweest en de grootste pijn op het faillissementenvlak is genomen. Dit, samen met het feit dat winkelobjecten relatief gunstig geprijsd zijn, belooft een goed jaar voor de retailmarkt in 2017.’ CBRE Nederland publiceert op 19 januari zijn Real Estate Market Outlook 2017 waarbij de focus ligt op de verwachtingen voor de commerciële vastgoedmarkt in Nederland voor het komende jaar.

Overigens heeft Vastgoedmarkt het Nederlandse totaal aan vastgoedbeleggingen in 2016 becijferd op een fractie boven 14,0 miljard euro. De voorspelling dat het door Vastgoedmarkt becijferde totaal hoger zou uitkomen van 14 miljard euro is daarmee net uitgekomen. (EW/PH)

Bron: Vastgoedmarkt

Kantorenleegstand daalt met 12 procent

De opname van kantoorruimte is in 2016 uitgekomen op 1,26 miljoen vierkante meter in Nederland. Daarmee is sprake van een groei van ruim 4 procent in een jaar tijd, zo blijkt uit cijfers van Cushman & Wakefield.

Van de landelijke kantooropname is voor het eerst meer dan de helft gerealiseerd in de vijf grootste steden (G5) van Nederland. De eerder geconstateerde concentratiebeweging op de Nederlandse kantorenmarkt zet door en sluit daarmee aan bij de mondiale trend dat marktdynamiek zich steeds nadrukkelijker manifesteert in kernsteden.

Niet eerder was de opname in de vijf grootste steden van Nederland hoger dan de opname in de overige 385 gemeenten in Nederland. Vooral Amsterdam is populair bij kantoorgebruikers. 31 procent (387.000 m²) van de landelijke opname in 2016 heeft in de hoofdstad plaatsgevonden waarmee sprake is van de hoogste opname sinds 2007. Destijds bedroeg de opname 487.000 m², maar daarmee was de stad goed voor slechts 20 procent van de landelijke opname.

Na Amsterdam is Rotterdam met 9 procent de gemeente met het grootste gemeentelijke aandeel van de landelijke opname in 2016, gevolgd door Utrecht met 7 procent, Eindhoven met 4 procent en Den Haag met 3 procent Vanaf 2012 is al zichtbaar dat Eindhoven aan aandeel wint. Qua kantorendynamiek kan dan ook worden gesproken van de ‘G5’ die samen goed zijn voor 54 procent van de totale opname.

Vorig jaar daalde de kantorenleegstand voor het eerst sinds 2008. Nu is duidelijk dat deze tendens versterkt heeft doorgezet. De leegstand daalde in 2016 met ruim 900.000 m² en het leegstandsniveau komt met 6,9 miljoen vierkante meter 12 procent lager uit dan vorig jaar.

In de vijf grootste kantorengemeenten daalde ook de leegstand ten opzichte van vorig jaar. Vooral in Amsterdam is sprake van een sterke daling waardoor in de hoofdstad de leegstand uitkomt op 11,1 procent. Van de vijf gemeenten kent Utrecht met 10,8 procent nog altijd het laagste leegstandspercentage.De opname van bedrijfsruimte kwam in 2016 met een totaal van 3,57 miljoen vierkante meter 12% hoger uit dan in 2015. Logistiek vastgoed heeft een grote invloed op de groei. In 2016 is voor 1,8 miljoen vierkante meter aan logistiek vastgoed opgenomen. Dat is 400.000 m² meer dan in 2015.

Op de Nederlandse bedrijfsruimtemarkt hebben de activiteiten van logistiek dienstverleners een grote invloed op de marktdynamiek. De afgelopen jaren waren vooral nieuwe distributiecentra in Noord-Brabant en Limburg in trek bij logistiek dienstverleners die een Europese scope hebben. Veel centra worden op maat gemaakt, maar momenteel zijn er ook veel speculatieve plannen. Alleen in Noord-Brabant al bedraagt de omvang van deze plannen 1,5 miljoen vierkante meter.

In 2016 is sprake van meer geografische differentiatie. Zo groeide de vraag in de regio’s Haarlemmermeer en Arnhem-Nijmegen explosief. Dit is ook terug te zien in de top-10 omvangrijke transacties. De twee grootste transacties van 2016 vonden beiden plaats op Park 15 in Nijmegen. Lidl nam hier 64.000 m² op en Nabuurs/Heinz 61.700 m².

Nederlandse economie in 2017 in lagere versnelling

Na twee jaar van herstel en een groei van 2,2 procent over 2016, groeit de economie in 2017 wat minder hard. De consument besteedt weliswaar meer, maar de Brexit wordt sterker gevoeld, de huizenmarktimpuls is kleiner en de gasproductie daalt.

Die prognose komt van het ING Economisch Bureau. Volgens de bank heeft de overheid ruimte om de Nederlandse economie een impulste geven, ‘maar zal dat waarschijnlijk niet doen.’ Bij politici bestaat vooralsnog weinig belangstelling om een extra impuls te geven. Ook na de verkiezingen verwachten de ING economen niet dat een nieuw kabinet de portemonnee trekt. Pas als de groei terugvalt, zullen zij mogelijk de budgettaire speelruimte inzetten, die de kabinetten Rutte achterlaten.

‘De overheid boekt meevallers. Een begrotingsevenwicht en de magische schuldquote van 60 procent komen in zicht. De oproepen van bijvoorbeeld de Europese Commissie aan Nederland om wat meer uit te geven zijn begrijpelijk.”, aldus Marieke Blom hoofdeconoom van ING Nederland. “De Nederlandse economie draait komende jaar weliswaar nog wat onder potentieel, maar heeft ook weer geen dringende behoefte aan een economische impuls. Extra uitgaven zouden dan ook eerder een ‘gebaar van goede wil’ aan Europa kunnen zijn. We verwachten niet dat Nederland deze kant op zal gaan. Mocht er echt zware economische tegenwind komen, dan heeft de Nederlandse overheid wel meer dan andere landen ruimte om die te compenseren.’

De huizenmarkt blijft in 2017 de economie stimuleren, maar minder sterk dan in voorgaande jaren. De groei van de woninginvesteringen vertraagt. Het aantal verkochte woningen stijgt ook minder hard. Rond het recordniveau wordt de ruimte voor een verdere toename kleiner, zeker als de rente gaat stijgen, meent ING.

De omzetten in de zakelijke dienstverlening nemen in 2017 verder toe. Het hoge aantal woningtransacties zorgt specifiek bij notarissen voor extra werk. Ook de bouw profiteert van de verbeterde woningmarkt, omdat kopers hun nieuw gekochte woning verbouwen. De detailhandel en horeca profiteren van toenemende koopkracht en vertrouwen onder consumenten.

Ondanks onzekere buitenlandse factoren is de verwachting dat de industrie en groothandel in 2017 in een redelijk tempo blijven doorgroeien, al zou de groei in deze sectoren hoger zijn zonder de brexit. Na enkele jaren van bezuinigingen in de zorg keert deze sector weer terug naar zijn oude structurele groeipad van 2,5 à 3 procent.

De bank wijst er op dat ondanks groei in alle sectoren de economie nog niet op volle toeren draait. De bouw en de horeca zijn nu kleiner dan ze waren op hun top: de bouw bijna 10 procent, de horeca een paar procent. De beschikbare inkomens van huishoudens zijn nu, gecorrigeerd voor inflatie, 5 procent hoger dan in 2008, maar er zijn wel bijna 7 procent meer huishoudens.

 

Let op! Kantoren met slecht energielabel mogen vanaf 2023 niet meer worden gebruikt

Kantooreigenaren staan voor een mega-investering in het verduurzamen van kantoren. Vanaf 2023 mag er in Nederland namelijk geen enkel kantoor meer zijn met een energielabel slechter dan label C.

Kantoren met een slechter label (D t/m G) mogen dan zelfs niet meer gebruikt worden. Eigenaren van energieslurpende kantoren moeten hun panden zuiniger maken. Dat is geen probleem, want de investering betaalt zich terug door besparing op energiekosten.

Dat staat in een brief van minister Blok (Wonen en Rijksdienst) aan de Tweede Kamer. Blok kondigt een wettelijke verplichting aan voor eigenaren van kantoren: hun panden moeten minstens label C hebben. Die eis geldt vanaf 2023. De eigenaren hebben dus nog de tijd hun kantoren zuiniger te maken. Voor heel kleine kantoren en monumentale panden geldt nog een uitzondering.

Isolatie
Kantoren met een label D, E of F kunnen zonder bouwkundige ingrepen aangepast worden om label C te halen. Aanpassingen aan installaties (bijv. verlichting) zijn al voldoende. Alleen bij kantoren die nu label G hebben, zijn maatregelen als glas- of dakisolatie nodig.

De maatregel levert vanaf 2023 ruim 8 petajoule energiebesparing per jaar op. De kantooreigenaren moeten hiervoor samen eenmalig €860 miljoen investeren in energiebesparende maatregelen. De terugverdientijd ligt gemiddeld tussen de 3 en 6,5 jaar, maar dat is sterk afhankelijk van het gebouw en de energieprijs.

De verplichting voor (minstens) label C geldt alleen voor kantoren. Wel komt er een onderzoek naar de mogelijkheden in andere gebouwen (winkels, bedrijfsgebouwen, scholen, zorginstellingen, sporthallen, musea etc.).

Betere controle
Alle bedrijven en instellingen die veel energie gebruiken (meer dan 50.000 kWh of meer dan 25.000 m3 gas), zijn nu al verplicht om energiebesparende maatregelen te nemen als de terugverdientijd onder de vijf jaar ligt. De controle daarop door gemeenten en omgevingsdiensten schiet tekort. Het kabinet stelt daarom twintig extra toezichthouders voor de omgevingsdiensten beschikbaar; die zijn sinds deze maand actief. Zij helpen ook bij regionale projecten voor energiebesparing. Betere controle levert in 2023 ruim 16 petajoule besparing op.

Woonhuizen subsidie
Voor energiebesparing in woonhuizen zijn verschillende subsidies en leningen beschikbaar. Eigenaren van koopwoningen kunnen ongeveer 20 procent subsidie krijgen als zij twee of meer isolatiemaatregelen tegelijk nemen (dak, gevel, vloer of glas). Deze regeling is populair: sinds half september zijn al bijna 4.000 aanvragen binnengekomen, voor een totaalbedrag van ruim 11 miljoen euro. Het gemiddelde bedrag per aanvraag is ongeveer 3.000 euro.

Naast subsidie (een gift) is ook een lening mogelijk uit het Nationaal Energiebespaarfonds. Het fonds heeft tot nu toe ruim 53 miljoen aan leningen verstrekt aan ruim 4.200 huiseigenaren en tien verenigingen van eigenaren. In totaal zijn hiermee ruim 8.400 maatregelen genomen. De subsidieregeling voor huurhuizen is halverwege dit jaar aantrekkelijker gemaakt. Aan 900 verhuurders is subsidie verstrekt voor in totaal 90 miljoen euro. De verwachting is dat het aantal aanvragen volgend jaar verder zal stijgen.

Bron: vastgoedjournaal.nl

Meer vraag naar Nederlands kantoorvastgoed

De investeringen in Nederlands kantoorvastgoed zijn in de eerste zes maanden van 2016 fors toegenomen.

In de eerste helft van het jaar is voor een bedrag van 2,3 miljard euro in Nederlandse kantoorgebouwen geïnvesteerd, een toename van 146 procent ten opzichte van de eerste zes maanden van 2015. Dit blijkt uit de European Real Snapshot van KPMG, een halfjaarlijks onderzoek naar de ontwikkelingen in de Europese vastgoedsector.

dtz-zadelf-cushman-and-wakefield-cijfers-2016-vraag-kantoren-nederland

De leegstand van kantoorruimte nam in deze periode af met 5,4 procent naar 15 procent. Door de groeiende belangstelling ontstaat er steeds groter tekort aan kwalitatief hoogwaardige kantoorruimte op belangrijke locaties, zoals de Amsterdamse Zuidas. De investeringen in winkelvastgoed daalden daarentegen in het eerste halfjaar van 2016 met 40 procent tot 0,8 miljard euro. In de eerste zes maanden van 2015 werd nog voor een bedrag van 1,3 miljard euro in winkelruimte geïnvesteerd. Daarnaast nam de leegstand toe met 7,1 procent, vooral op de secundaire locaties.

‘De ontwikkelingen in het Nederlandse kantoorvastgoed Nederland vormen een groot contrast met de bewegingen die we op andere locaties in de Europese markt zien, bijvoorbeeld in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk’, zegt Sander Grunewald van KPMG. Grunewald: ‘Zo daalden de investeringen in Duits kantoorvastgoed in de eerste zes maanden van dit jaar met 18 procent tot 7,6 miljard euro. In Duitsland kwam dit met name door beperkingen in het kwalitatief hoogwaardige aanbod. Het aantal transacties nam wel toe, maar het totale volume nam af. In het Verenigd Koninkrijk nam vooral als gevolg van Brexit juist de belangstelling voor vastgoed fors af. Het vertrouwen is duidelijk minder geworden en beleggers kijken bij mogelijke investeringen steeds kritischer naar het sentiment dat onder mogelijke huurders leeft.’

Vergeleken met de eerste zes maanden van 2015 daalden de totale investeringen in Europees vastgoed in de eerste helft van dit jaar met 30 procent tot 107,5 miljard euro. Grunewald: ‘De onzekerheid die voortvloeit uit het besluit van het Verenigd Koninkrijk om de Europese Unie te verlaten heeft er duidelijk toe geleid dat de risicobereidheid van investeerders is afgenomen. Daarnaast is door het steeds beperkter beschikbaar zijn van kwalitatief hoogwaardige objecten, de concurrentie tussen investeerders verder toegenomen en zijn de aanvangsrendementen van het topvastgoed verder gedaald. Deze combinatie van factoren heeft geleid tot een afname in het volume van de transacties. Vanzelfsprekend heeft het Britse vastgoed de grootste gevolgen ondervonden van de Brexit. In het tweede kwartaal van dit jaar namen de totale investeringen af met 53. In Londen daalden de investeringen zelfs met 75%. In een aantal andere landen, zoals Italië, Zweden en Spanje, trokken de investeringen in vastgoed echter aan.’

Meerlaagse distributiecentra nog niet in Nederland wegens te lage prijsdruk

Extra hoge distributiecentra – met een extra verdieping – komen steeds vaker voor in Europa maar nog niet in Nederland. Dat blijkt uit analyse door CBRE.

Een beperkte beschikbaarheid van grond, stijgende grondprijzen en de behoefte aan efficiënte opslaglocaties zijn de drijfveren achter een groeiende vraag naar verticale oplossingen voor logistiek vastgoed in Europa. Dat zegt CBRE in zijn laatste rapport Up in the air: the case for vertical logistics solutions (9 pagina’s).

Het CBRE-rapport verkent waarom verticale oplossingen een opkomende trend zijn en welke impact het heeft op de logistieke vastgoedmarkt. De bevindingen tonen aan dat als de grondkosten meer dan 50 procent van de totale bouwkosten uitmaken, verticaal bouwen een haalbare oplossing wordt. Logistieke operaties kunnen zo niet alleen besparen op de grondkosten, ze kunnen ook besparen op hun arbeids- en transportkosten door in de hoogte te bouwen in plaats van te streven naar een grotere footprint, of te zoeken naar een goedkopere locatie op grotere afstand van de markt. Schaalvergroting in de sector en de groei van stadslogistiek zijn hierbij belangrijke factoren, die de druk op de beschikbare grond verder doen toenemen.

CBRE stelt vast dat er twee hoofdvormen van verticale bouwoplossingen in Europa populair zijn: hoogbouwmagazijnen en meerlaagse distributiecentra. Bij meerlaagse gebouwen kan er bovendien nog een onderverdeling in intern en extern gestructureerde verdiepingen worden gemaakt. Naast de beschikbaarheid van grond bepaalt de uniformiteit van de goederen in de logistieke operatie grotendeels de keuze voor een van deze types.

Reactie CBRE
Machiel Wolters, Head of Industrial & Logistics Research EMEA: “In Nederland signaleren we met name een behoefte aan hoogbouwmagazijnen en aan interne verticale oplossingen. Die zien we in nieuwe ontwikkelingen dan ook steeds vaker terugkomen. Een voorbeeld hiervan is het nieuwe DC van Primark in Roosendaal, dat 20 meter hoog wordt en een zwevende tussenvloer krijgt zodat er ongestoord op de verschillende verdiepingen kan worden gewerkt. In Nederland zullen echter weinig echte meerlaagse distributiecentra gebouwd gaan worden. Door de spreiding van het stedelijke en logistieke landschap in Nederland is de prijsdruk daarvoor niet hoog genoeg.”

Bron: Vastgoed journaal & CBRE

,

Column: Taxateurslijstjes banken onwenselijk en uit de tijd

Iedere taxateur loopt weleens een taxatieopdracht mis. Dat is ‘all in the game’.

Het wordt wat anders als de taxatieopdracht spaak loopt omdat de taxateur niet op het zogenaamde ‘ taxateurslijstje’ van de bank voorkomt.

Dat is onwenselijk en tegen de regels en afspraken die we als sector met elkaar hebben gemaakt. En bovendien vreemd! Want is het niet de opdrachtgever die voor de bankfinanciering van een vastgoedobject of koopwoning de taxateur voor een taxatierapport aantrekt? Zo blijkt het in de praktijk niet altijd te werken.

Brancheorganisatie VBO Makelaar krijgt uit het veld steeds meer signalen dat banken en andere kredietverlenende instellingen met een shortlist werken, of ze werken met interne taxateurs, of ze besteden hun gehele portefeuille – of al hun interne taxateurs – uit aan één groot taxatiebureau. Dit is zeer onwenselijk, banken bewijzen de vastgoedmarkt daarmee geen goede dienst. Ik hoor u al denken; dat roept hij uit concurrentieoverwegingen. Maar dan wil ik u graag toch even meenemen in de overwegingen van de taxatiemarkt.

Voor het gemak scheer ik de interne taxateur even over één kam met de taxateur op het bankenlijstje. Onterecht, de externe taxateur van het ‘lijstje’ zal een veel onafhankelijkere positie hebben. Maar kan dat in de praktijk wel zo werken? Alleen de vraag of een (interne) taxateur onafhankelijk kán zijn, is al zeer onwenselijk. Een taxateur – en bank – moet alle schijn van belangenverstrengeling voorkomen. Een taxateur moet in volledige onafhankelijkheid en zonder morele verplichting tot een taxatiewaarde kunnen komen. Kan dit als de taxateur in dienst is van de bank of afhankelijk is van de plaats op het lijstje en daaraan verbonden taxatieopdrachten?

Belang opdrachtgever
Deze situatie is ook niet in het belang van de opdrachtgever of consument. Het kan zelfs vertragend en/of prijsverhogend werken. De opdrachtgever kiest een taxateur die een taxatierapport opstelt. Deze wordt niet door de bank geaccepteerd; het was immers geen interne taxateur of een taxateur van het ‘lijstje’. De taxatie moet opnieuw, met dubbele kosten voor de opdrachtgever tot gevolg. En vertraging. Dit wekt geen vertrouwen over de taxatie. De bank is partij in de waardebepaling.
Er kan bij alle betrokkenen een verkeerd beeld van afhankelijkheid, morele druk en wantrouwen ontstaan. Dat is niet in het belang van de markt, de taxateur, financiële instellingen én de opdrachtgever/consument. Maar het kan nog erger. Banken die alle taxaties door eigen medewerkers laten verrichten via een zogenaamde interne taxatiedesk met eigen taxateurs voor bedrijfsmatig en agrarisch vastgoed. Is dat de toekomst?

NRVT
Dit druist in tegen elke vorm van onafhankelijkheid en de beroeps- en gedragsregels van het centrale taxateursregister NRVT, waar de AFM en DNB zich hard voor hebben gemaakt. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) is nota bene vertegenwoordigd in de Centrale raad. Dit centrale taxateursregister bewaakt, waarborgt en bevordert de onafhankelijkheid, integriteit en kwaliteit van de Register-Taxateur. Als ik de banken een advies mag geven: als u dan toch uit een lijst willen kiezen, dan heeft het NRVT een lijst paraat.

Een column van Hans van der Ploeg, directeur VBO Makelaar.

hans-van-der-ploeg-vbo

Bron: Vastgoedjournaal

,

Banken verwachten concurrentie vastgoedfinanciers

Nederlandse banken verwachten dat de totale vastgoedleningenportefeuille in ons land de komende jaren zal groeien.

Volgens de banken krijgen alternatieve financiers echter een steeds groter deel van de vastgoedportefeuilles in handen.

De banken zien de toename van de eigen vastgoedportefeuille daarom geen gelijke tred houden met de landelijke ontwikkeling. Dat schrijft KPMG in de zevende editie van zijn Property Lending Survey. In de editie van 2016 voorziet zo’n 80 procent van de Nederlandse banken dat de omvang van de totale portefeuille van vastgoedleningen de komende anderhalf jaar zal toenemen. Slechts 60 procent verwacht echter dat de eigen portefeuille zal groeien.

‘Het verschil tussen de verwachte groei van de eigen portefeuille en de groei van de totale markt wordt naar verwachting opgevuld door alternatieve financieringsbronnen’, zegt Frank Mulders van KPMG Real Estate Advisory. ‘In Nederland worden niet-Nederlandse commerciële banken als steeds grotere concurrenten van de traditionele banken gezien als het gaat om de financiering van vastgoed. En ook verzekeraars en pensioenfondsen eisen een steeds groter deel van de Nederlandse markt op.’

property-lending-barometer-2016-kpmg

Door de toenemende belangstelling voor vastgoed, neemt ook de vraag naar vastgoedfinanciering toe. Mulders: ‘Het aanbod van financiering is echter beperkt door het relatief geringe aantal vastgoedfinanciers in Nederland. Dit biedt dus kansen voor alternatieve verstrekkers van financiering.’ Overigens beschikken Nederlandse banken ondanks het verbeterde sentiment nog steeds over een portefeuille problematische leningen die zo’n 5 tot 7 procent van de totale portefeuille uitmaakt. Dit percentage ligt aanzienlijk hoger dan in bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.

In deze landen zijn de meeste banken eerder gestart met de afbouw van hun problematische lening portefeuille. De onderzochte Nederlandse banken verwachten dat zo’n 65 procent van hun portefeuille problematische leningen succesvol kan worden geherstructureerd. Daarnaast hebben de verbeterde vooruitzichten en met name de beschikbare liquiditeit ervoor gezorgd dat het verschil tussen de marktprijs voor niet-presterende leningen en de boekwaarde is afgenomen, met meer transacties tot gevolg. (MvL)

Bronnen:

www.vastgoedmarkt.nl

Rapport Property Lending Barometer 2016 van KPMG

,

In Utrecht meer beleggerswoningen op de markt

Na jaren van lage bouwproductie komen er in Utrecht meer beleggingswoningen op de markt.

Pensioenfondsen en verzekeraars rijgen de aankopen aaneen. Dit blijkt uit het Trendrapport Utrecht, samengesteld door de redactie van Vastgoedmarkt.

Een verzevenvoudiging van het transactietotaal illustreert nog het best de acceleratie op de Utrechtse markt voor beleggingswoningen. Door de woningschaarste en de gunstige koopkracht- en werkloosheidsontwikkeling stonden de seinen al op groen. Nu de planvoorraad groeit, raken de projectenpijplijnen van beleggers gevuld. In de eerste helft van 2015 werd nog voor 33 miljoen aan woninginvesteringen in de regio bekend. In dezelfde periode van 2016 was dat 245 miljoen euro. De hausse op de Utrechtse markt voor beleggingswoningen is een zaak van Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars. Zij hebben de betere contacten met bouwers en ontwikkelaars. Zo steken ze investeerders van over de grens de loef af in de strijd om de nieuwe beleggingswoningen. Buitenlandse partijen die hun hoop hadden gevestigd op het aanbod van corporatiewoningen komen bedrogen uit. De sociale huisvesters verkopen veel minder dan verwacht. Daarom verruimt het Duitse Patrizia zijn blik. Ook Leidsche Rijn is vanaf nu een interessante locatie voor woninginvesteringen.

Desondanks domineerden buitenlanders de Utrechtse beleggingsmarkt. Want er zaten veel Utrechtse kantoorpanden in de portefeuilles die werden gekocht door Goldman Sachs, Marathon en de combinatie van Cairn Real Estate en een buitenlandse belegger. Het Utrechtse totaal aan kantoorbeleggingen steeg van 53 miljoen euro in de eerste helft van 2015 naar 210 miljoen euro in dezelfde periode van 2016. Van de 434 miljoen euro aan Utrechtse kantoorbeleggingen in anderhalf jaar namen buitenlanders 357 miljoen euro voor hun rekening.

Bron:

Vastgoedmarkt.nl