,

Tempo Label C certificering moet behoorlijk omhoog

Met nog minder dan 3,5 jaar te gaan heeft 60% van de kantoren nog geen energielabel C. Dit meldt Calcasa, een onafhankelijk technologiebedrijf gespecialiseerd in de geautomatiseerde waardering en de statistische analyse van onroerend goed voor hypotheek- en vastgoed. Is dit zorgelijk?

Onlangs sprak Vastgoedjournaal met beleggers NSI, Ping Properties en Cording over hun voortgang met Label C.

Uit onderzoek is gebleken dat op 60% (oftewel 41 miljoen m2) van het kantooroppervlak nog niet aan deze eis voor label C voldoet. Dit is enigszins een vertekend beeld want het wordt, volgens Calcasa, voornamelijk veroorzaakt doordat 83% van deze kantoren überhaupt nog geen energielabel heeft.

Hoe is het mogelijk dat deze kantoren nog geen enkel label hebben? Een deel van deze kantoren is relatief recent gebouwd of al verduurzaamd en zal in de praktijk al voldoen aan de eisen voor een label C of zelfs B of A, maar deze zijn nog niet geregistreerd.

Zetten kantooreigenaren in op een eindsprint? 
Indien op basis van deze informatie een nieuwe schatting van de ontbrekende labels wordt gemaakt, dan moet in totaal nog ‘slechts’ 29,7 miljoen m2 worden verduurzaamd. Dat is 8,5 miljoen m2 per jaar. Ter vergelijking: in de afgelopen drie jaar is de kantooroppervlakte met energielabel C of beter jaarlijks gemiddeld met 4,2 miljoen m2 toegenomen. Al met al moet het tempo van de verduurzaming wel fors omhoog om voor 1 januari 2023 de doelstelling te kunnen halen om alle kantoorpanden van een label C te voorzien.

Hoe zijn deze cijfers tot stand gekomen?
Voor dit onderzoek is de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) als uitgangspunt genomen. Indien een verblijfsobject naast een kantoorfunctie ook een andere functie heeft, is 50% van het oppervlak als kantoorfunctie gekwalificeerd.

Aanvullende databronnen
De onderzoeksmethodiek is in grote lijnen vergelijkbaar met het onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) en het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) uit november 2016. Echter, Calcasa heeft ten opzichte van het EIB/ECN onderzoek aanvullende databronnen gebruikt, waardoor de selectie van monumenten en de selectie van gebouwen met een bedrijfsmatige/opslag functie is verbeterd. Daardoor wordt het totaal aantal kantoren dat aan het Bouwbesluit moet voldoen zuiverder én lager ingeschat en komt dus ook de totale verduurzamingsopgave lager uit.

Lees hier het volledige onderzoek. 

Bronnen: Vastgoed Journaal en Calcasa

 

,

Voor retailers is wat te halen met discussie over huur’

Primark is niet de enige retailer die zijn huren naar beneden probeert te krijgen. Het streven van de Ierse budgetmodeketen is typerend voor het huidige klimaat in het retailvastgoed.

Dat zegt Frans van Onna, eigenaar van winkelvastgoedadviseur Ambuco. ‘Wat Primark nu doet, zien we op grote schaal gebeuren. Retailers merken allemaal dat er wat te halen valt met discussies over de hoogte van de huur. Wat let ze om het te proberen? Dat doen ze dan ook.’

‘Bij buitenlandse retailers is de eerste aanzet vaak een brief aan eigenaren met de vraag of er 30 procent van de huur af kan. Als het om een winstgevende retailer gaat, is het een spel. Gaat er uiteindelijk 10 procent van de huur af, dan kan de retailer dat mooi in zijn zak steken’, zegt Van Onna.

Opportuun

Volgens Van Onna getuigen die brieven van buitenlandse retailers niet altijd van kennis van de Nederlandse huurprijswetgeving. Maar er zijn situaties waarin discussie over de huur opportuun is. Bij het aflopen van de eerste huurtermijn dient de mogelijkheid van een huurprijsherzieningsprocedure zich aan. ‘Het kan zinvol zijn om één of twee jaar voor die tijd met de verhuurder in gesprek te gaan’, zegt Van Onna.

Ook de van te voren overeengekomen momenten om het contract te beëindigen (break-momenten) bieden aanknopingspunten. Dan ligt weliswaar niet de weg naar een huurprijsherzieningsprocedure open. Maar, zegt Van Onna: ‘Als er in de buurt een pand van vergelijkbare omvang leeg staat, kan de eigenaar van het gehuurde pand wel geneigd zijn om over de huurprijs te onderhandelen.’

Reactie Taxateur Zakelijk Vastgoed

Volgens René Leenstra REV RT RT-VRT van Taxateur Zakelijk Vastgoed doet de winkeleigenaar/ belegger er goed aan om in dergelijke gevallen een bedrijfsmatige taxateur in te schakelen die de markthuurwaarde voor het pand kan bepalen. Daarmee kan veel onnodige discussie tussen huurder en verhuurder worden voorkomen. Met een goed onderbouwd taxatierapport markthuurwaarde zijn de onderhandelingen over de nieuw vast te stellen huurperiode veelal snel en zakelijk af te ronden.

Bron: Vastgoedmarkt

Europese banken somberen over lage rentes

Steeds meer Europese banken en financiële instellingen waarschuwen voor de gevolgen van lage rentes.

Die maken het in combinatie met oplopende handelsspanningen steeds lastiger om winst te maken, zo stippen ABN Amro en Commerzbank aan. Ook spaarders beginnen het rente-effect te voelen.

Stimuleringsmaatregelen van de Europese Centrale Bank (ECB) zadelden banken in de nasleep van de financiële crisis op met historisch lage rentetarieven. Waar tot voor kort rekening werd gehouden met een afbouw van dat beleid, gaat de markt er nu alom vanuit dat beleidsmakers in Frankfurt met een nieuwe renteverlaging komen. De Amerikaans-Chinese handelsoorlog raakt immers ook Europa, dus is extra steun nodig. In de Verenigde Staten verlaagde de Federal Reserve zijn belangrijkste rentetarief al voor het eerst in meer dan tien jaar tijd.

Zeepbelvorming

Een ander vaker gehoord argument tegen ultra lage rente is dat het kan leiden tot zeepbelvorming in de (vastgoed)beleggingsmarkten. Vorige week waarschuwde het Europees Comité voor Systeemrisico’s in zijn jaarverslag  bijvoorbeeld dat het commercieel vastgoed in de meeste EU-landen is overgewaardeerd. Sinds een jaar is ING mede om die reden zeer terughoudend als het gaat om het verstrekken van commercieel vastgoedfinancieringen, zeker als het nieuwe relaties betreft. Hetzelfde geldt voor de Rabobank. Blijkens het halfjaarverslag van ING is de commercieel vastgoedfinancieringsportefeuille in de eerste jaarhelft met een omvang van 33,8 miljard euro dan ook nagenoeg stabiel gebleven in vergelijking tot eind 2018. ABN Amro , dat woensdag met haar halfjaar verslag kwam, publiceert geen gegevens over de ontwikkeling van haar commercieel vastgoedfinanciering portefeuille.

Commerzbank, een van de grootste banken van Duitsland, noemde het bij de presentatie van zijn kwartaalresultaten een stuk lastiger zijn omzet op te voeren door de aanhoudend lage rentes. Dit was juist een belangrijke doelstelling van het concern. De Italiaanse branchegenoot UniCredit is eveneens pessimistischer over de rest van het jaar, na een daling van de inkomsten uit kredietverstrekking in het voorbije kwartaal.

Slinkende winstmarges

Dichter bij huis waarschuwde ABN Amro voor slinkende winstmarges. De bank wil voortaan nog strikter op de kosten letten om het resultaat op peil te houden nu de spaarmarges onder druk staan. Dat terwijl technologische vernieuwing en witwasbestrijding grote uitgaven vergen. Spaarders zagen de rente over hun gestalde geld onlangs al dalen tot 0,02 procent, een situatie waar ze nog wel langer mee zullen kampen.

In Zwitserland gaat UBS al verder. Spaarders die meer dan 500.000 euro bij de bank stallen, betalen de bank binnenkort 0,6 procent over dat bedrag. De bank bracht die toeslag voorheen pas in rekening bij klanten met meer dan 1 miljoen euro aan spaargeld.

Felle kritiek

Het voor banken ongunstige renteklimaat verleidde ING-topman Ralph Hamers tot felle kritiek op het beleid van centrale banken. Renteverlagingen zetten het vertrouwen onder consumenten volgens hem alleen maar onder druk, waardoor ze de hand juist vaker op de knip houden.

Bron: Vastgoedmarkt.nl

,

Eerste kamer haalt streep door ASBESTVERBOD

De Eerste Kamer heeft vandaag tegen het verbod op asbestdaken gestemd. Uiteindelijk stemden VVD (12 zetels), SGP (2 zetels), PvdA (8 zetels), CDA (12 zetels) en PVV (9 zetels) tegen het plan. Daarmee is een ruime meerderheid in de Senaat (43 van de 75 zetels) tegen. 

LTO Nederland heeft samen met Aedes bij de politiek gepleit voor een zorgvuldig asbestbeleid waarbij de wetenschappelijke inzichten over gezondheidseffecten voorop staan. Daar was in het wetsvoorstel dat het verbod zou regelen geen sprake van. Het verbod zou zonder onderbouwing van de noodzaak tot grote financiële en operationele lasten leiden. LTO Nederland is dan ook verheugd en tevreden over het besluit van de Eerste Kamer, dat rust onder boeren en burgers zal geven. Staatssecretaris Van Veldhoven heeft op de dag van de stemming de ingangsdatum van het verbod van eind 2024 naar 2028 uitgesteld. De Eerste Kamer is toch niet door dit voorstel overtuigd, en stemde alsnog tegen het verbod. LTO Nederland en Aedes hebben daar vorige week in een brief aan de Eerste Kamer voor gepleit.

Asbestverbod vanaf 2028 onnodig, onuitvoerbaar en onbetaalbaar

“Asbestdaken moeten gesaneerd worden – dat verandert niet. Maar het moet wel op de juiste manier gebeuren. Als de gezondheidsrisico’s groot zijn moet je strenge beschermingsmaatregelen treffen, maar als risico’s aantoonbaar verwaarloosbaar klein zijn dan zouden lichtere eisen gerechtvaardigd zijn. En in sommige gevallen is het beter om er gewoon vanaf te blijven tot vervanging noodzakelijk is. Een algeheel verbod per 2028 was dus niet alleen onnodig, het was ook nog eens onuitvoerbaar en onbetaalbaar geworden. We zijn erg blij dat de Eerste Kamer dat met ons eens is”, aldus Alfred Jansen, portefeuillehouder Veiligheid & Pacht bij LTO Nederland.

Vervolg Asbestverbod

Het is nu aan de politiek om te onderzoeken hoe er wél op een verantwoordelijke manier met asbest kan worden omgegaan. De onderzoeksrapporten over asbest van Aedes, TNO, RIVM, Ecorys en de Gezondheidsraad bieden een degelijk fundament voor risicogericht maatwerk.  LTO Nederland zal met Aedes en Vereniging Eigen Huis in gesprek gaan om tot een betere en realistische aanpak te komen voor alle dakeigenaren. Dat kan onder meer door de stoplichtmethode, die ook voor agrariërs kansen biedt om tot doelmatige en gedifferentieerde sanering van asbestdaken te komen. 

Gevolgen voor Taxaties

Het is nog onduidelijk wat de exacte gevolgen zullen zijn voor de waarderingen van vastgoed gedekt met asbestgolfplaten, aldus de heer Leenstra, voorzitter Sociëteit EBT. De laatste jaren maken (schade)verzekeraars  het de eigenaren het er niet makkelijker op. Dat asbestdaken een waarde drukkende factor zijn dat is wel duidelijk. Maar nu het verbod per 2024 van de baan is, geeft dat de eigenaren meer ruimte om gefaseerd een saneringsplan op te stellen. Overigens zal het probleem zich in de loop van de jaren vanzelf gaan oplossen. Asbesthoudende golfplaten zijn sinds 1993 verboden en de levensduur is circa 30-40 jaar. De komende daken zullen veel daken sowieso vervangen moeten worden omdat het einde van de levensduur in zicht komt.

Bronnen:

,

ING REF start pilot nieuw taxatiemodel verduurzaming kantoren

Samen met de 10 grootste taxatiekantoren van Nederland is ING Real Estate Finance, de vastgoedfinancieringstak van ING, bezig een nieuw model te ontwikkelen om de duurzaamheid van kantoren te taxeren. Op dit moment loopt een pilot, op basis van de uitkomsten hebben de betrokken partijen de ambitie dit ‘duurzaamheidstaxatiemodel’ de nieuwe standaard maken. 

De reden voor deze stap is dat ING REF wil helpen een ‘objectieve, transparantere en consistentere waardering’ van de duurzaamheid van het vastgoedobject te realiseren ten opzichte van de huidige situatie. Nu gebruiken marktpartijen nog verschillende methodes. De komst van een standaard taxatiemodel komt de verduurzaming van vastgoed ten goede.

Duurzaam pand meer waard
In 2017 heeft ING in samenwerking met de Universiteit van Maastricht aangetoond dat een duurzaam kantoorpand 9% meer waard is en een 10% hogere huur genereert. “Als aangetoond wordt dat een duurzamer kantoorpand meer waard is, is dit een motivatie voor vastgoedeigenaren om in verduurzaming te investeren. Maar dan moet die duurzame waardecomponent wel getaxeerd kunnen worden”, zegt Peter Göbel, directeur ING Real Estate Finance.

“Bij een inventarisatie onder de tien grootste taxateurs van commercieel vastgoed in Nederland bleek dat iedereen daar een andere methode voor gebruikt, die vaak neerkomt op enkel het vastleggen van kenmerken, zonder daar een waarde aan te koppelen. Dat is namelijk lastig, want er is geen standaard en vaak ontbreekt veel informatie. Dat komt doordat taxaties worden toegespitst op de wensen van de opdrachtgever. Alle marktpartijen hebben baat bij een goede en algemeen aanvaarde standaard taxatiemethode, want dat helpt bij een transparante en consistentere waardering.”

Werkbare standaard voor de gehele markt
ING heeft daarom in samenwerking met Cushman & Wakefield, één van de grootste taxatiekantoren wereldwijd, een model ontwikkeld waarmee taxateurs eenvoudig kunnen werken, op basis van kenmerken die objectief beoordeeld en waargenomen kunnen worden. Het Duurzaamheidstaxatiemodel bestaat uit 19 objectieve duurzaamheidsindicatoren, met bijbehorende scores en weging.

Er loopt nu een pilot waarbij de tien grootste taxatiebureaus ieder vijf taxaties uitvoeren volgens het nieuwe model, om op basis daarvan feedback te verzamelen om de definitieve standaard helpen bepalen. Deze taxaties worden uiterlijk juni terug verwacht. “Afgaande op de positieve respons tot nu toe kan het model kort daarna definitief gemaakt worden”, verwacht Göbel. “Vooralsnog gaat het om een taxatiemodel voor kantoorpanden, maar als deze fase is afgerond wordt het model verder ontwikkeld voor taxaties van winkels bedrijfspanden en woningen.”

Breed draagvlak
Om draagvlak voor het nieuwe model te creëren en om feedback vanuit de markt te krijgen, heeft ING gesproken met (bestuurs)leden van het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs, de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs en het Royal Institute of Chartered Surveyors en de Dutch Green Building Council (DGBC). Via de Nederlandse Vereniging van Banken zal ING de andere Nederlandse banken informeren en het Duurzaamheidstaxatiemodel en de achterliggende methodologie delen als het klaar is. Tot nu toe zijn de reacties positief en SBR Nexus neemt het model op in de vastgoedtaxonomie, oftewel de basis voor uitwisseling van data over vastgoed. Hierdoor is een consistente vastlegging van duurzaamheidsindicatoren gewaarborgd.

Bron: Vastgoedjournaal

,

Gebouweigenaren wacht kostbare onderzoeksplicht naar veiligheid vloeren

Honderden tot duizenden gebouwen met grote ruimtes, zoals scholen, ziekenhuizen en kantoren met breedplaatvloeren die na 1999 zijn gebouwd, worden onderzocht of de vloeren nog sterk genoeg zijn.

Dat blijkt uit aanbevelingen die minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) woensdag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd en waarover de NRC heeft bericht.

Hoogste prioriteit

Gebouwen van 70 meter of hoger moeten daarbij de hoogste prioriteit krijgen, evenals gebouwen met vier bouwlagen die zijn bestemd voor mensen die niet gemakkelijk naar buiten kunnen zoals ziekenhuizen en gevangenissen.

Voor 2021 moeten deze gebouwen gekeurd zijn op veiligheid. Daarna komen de lagere gebouwen. Eigenaren krijgen hierbij een onderzoeksplicht, schrijft de krant.

Instorting
De aanbeveling volgt uit een onderzoek naar de veiligheid van breedplaatvloeren door ingenieursbureau Hageman, in opdracht van het ministerie. De aanleiding was de gedeeltelijke instorting van de in aanbouw zijnde parkeergarage bij Eindhoven Airport in mei 2017.

Breedplaatvloeren zijn prefab-vloeren, al dan niet met gewichtsbesparende bollen erin, waarbij de bovenste laag beton op de bouwplaats wordt afgestort. De instorting van de parkeergarage in Eindhoven werd veroorzaakt doordat de bovenste laag beton onvoldoende de prefabvloer eronder wist vast te houden.

Bron: Vastgoedjournaal

Energielabelplicht kantoren nu ook bij wet geregeld

De wet die de energielabelplicht voor kantoren regelt is 2 november in het Staatsblad gepubliceerd.

De wet verbiedt vanaf 1 januari 2023 het gebruik van kantoren zonder minimaal energielabel C. Uitzonderingen zijn gebouwen met minder dan 50 procent kantoor of minder dan 100 m2 kantoor. Ook is er een grens aan de vereiste maatregelen om label C te halen. Als de terugverdientijd meer dan 10 jaar bedraagt, dan volstaan de maatregelen die binnen tien jaar wel terug te verdienen zijn.

Eigenaren hebben nog een weg te gaan om in 2023 aan de eisen te voldoen. Van de relevante voorraad heeft 44 procent een label slechter dan C, blijkt uit onderzoek door het Kadaster in opdracht van Vastgoedmarkt. Vooral de overheid heeft veel onduurzame kantoren.

Andere verlichting is het meest voorkomende ingrediënt bij de verduurzaming. Alle categorieën eigenaren samen bezitten elf miljoen vierkante meter kantoor die verder kan met hoogfrequente tl-verlichting. Nog eens 21 miljoen vierkante meter heeft ledverlichting nodig.

vastgoedmarkt.nl

De vier grote trends die de huidige vastgoedmarkt bepalen

Wie zich bezighoudt met vastgoedfinanciering weet als geen ander wat er speelt in de markt. Waarnaar is er de meeste vraag? VJ sprak met Carlo van der Weg, algemeen directeur van adviesbedrijf Credion, en signaleerde de vier grote trends in de markt van de vastgoedfinanciering.

Credion opereert vanuit 59 vestigingen met zo’n 120 adviseurs. Naast bedrijfsfinanciering heeft het bedrijf zich gespecialiseerd in vastgoedfinanciering. In totaal zijn er 80 adviseurs op dit terrein actief. ‘’Wat wij doen is kredietbehoeftes van klanten invullen met de meest optimale oplossing en daarvoor putten we uit ruim 70 financieringsoplossingen,’’ vertelt Van der Weg.

Credion werkt in opdracht van de klant (geldnemer) en wordt ook door de klant betaald, dus niet middels provisies van banken of geldverstrekkers. Dat zorgt ervoor dat Credion onafhankelijk kan blijven. Credion adviseert alleen bedrijven en professionals – en geen particulieren, zoals bij hypotheken voor eigen bewoning.

Advies
Het bedrijf is zelf geen geldverstrekker, maar heeft een netwerk van ruim 70 geldverstrekkers achter zich. Credion begeeft zich op het raakvlak tussen investeerder (geldnemer) en geldverstrekker. ‘’Het voordeel daarvan is dat wij met de partijen aan de inkoopkant goede afspraken kunnen maken over het proces en de snelheid, maar ook over de tarieven. Dat betekent dat we vaak niet alleen tot de beste financieringsconstructie kunnen komen, maar ook tot de beste tarieven.’’

Trend 1: Residentieel vastgoed
Duidelijk merkbaar is dat het hoogtij is in het residentieel vastgoed. Van der Weg vertelt: ‘’De vraag naar financiering voor het aankopen van verhuurde woningen heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. Het wordt gezien als een investering waar je nog enige vorm van rendement kunt maken en bovendien van de waardestijging van de woning(en) kunt gaan genieten.’’

Trend 2: Transformatie
De grote druk op de woningmarkt heeft ertoe geleid dat alle kansen aangegrepen worden om (binnenstedelijk) woonruimte te creëren. Hierdoor is bij Credion duidelijk merkbaar dat er meer financieringen worden aangevraagd ten behoeve van transformatie. ‘’Daarbij gaat het vooral om transformaties van kantoor- naar woonruimte.’’

Trend 3: Herfinanciering van bestaand vastgoed
De derde trend is herfinanciering van bestaand(e) vastgoed (portefeuilles), omdat de rentestand historisch laag is. ‘’Oude leningsstructuren van voor de crisis naderen het einde van hun looptijd en daardoor is er niet alleen nieuw geld dat nodig is, maar ook herfinancieringen van bestaande portefeuilles. We zien daarvoor veel aanvragen.’’

Er zijn geldverstrekkers zoals fondsen of buitenlandse partijen die geen front office hebben, waardoor je er als investeerder niet zomaar ‘op kantoor’ terecht kunt. Hierdoor is Credion ontstaan, omdat geldverstrekkers graag werken met gekwalificeerde adviseurs die de voorselectie voor ze doen. Ze belonen de ondernemer voor het inhuren van zo’n adviseur middels lagere tarieven en profiteren zelf van de voorselectie.

Trend 4: Duurzaamheid
Tot slot begint duurzaamheid een grote rol te spelen in de vastgoedsector. Veel vastgoed moet naar betere energielabels worden getild en alles moet duurzaam of zelfs circulair. ‘’Je ziet ook dat de grote vastgoedbanken daar de afgelopen paar jaar een belangrijk thema van hebben gemaakt. Zij staan open voor financieringen, maar willen dat doen bij projecten waar ook aan duurzaamheid wordt gedacht. Het loont daarom zelfs om dit mee te nemen in de plannen. Je kunt dan makkelijker en meer financiering krijgen.’’

De label C-verplichting voor kantoren in 2023 lijkt daarentegen nog niet erg te spelen. ‘’Dat is vooralsnog geen groot thema. Het gaat zeker aanleiding zijn om financiering aan te vragen, dus op termijn verwachten we hier wel veel mee te maken te krijgen. Die maatregelen kosten veel geld en veel beleggers kunnen dat niet uit de cashflow betalen en moeten daar dus extern kapitaal voor aantrekken.’’

Hoe Credion te werk gaat
Als er bij Credion een aanvraag binnenkomt, brengen de specialisten de precieze vraag in kaart en komen tot een advies hoe dit plan het beste te financieren is. ‘’Dat kan met een bank zijn, maar ook met een fonds, of een combinatie daarvan – óf misschien zelfs met een collega-investeerder die ook nog wat eigen vermogen kan inbrengen. Wij kijken welke partijen daarvoor in de markt zijn en zoeken de beste aanbieding. Zo’n collega-investeerder kan zomaar komen uit ons netwerk van adviseurs, die zelf ook altijd op zoek zijn naar nieuwe projecten.’’

Ruimte voor maakindustrie in stad droogt op

De opname van bedrijfsruimte is in 2017 op een recordhoogte van 4,5 miljoen m2 uitgekomen. Eerdere records kwamen uit op een opname van 3,6 miljoen m2 bedrijfsruimte in een jaar.

De leegstand is met 17 procent afgenomen tot 2,8 procent van de voorraad, een niveau dat ver onder de norm ligt van een gezonde bedrijfsruimtemarkt. Cushman & Wakefield roept daarom op tot behoud van de maakindustrie in steden omdat dit van belang is voor levendige steden.

De cijfers over de bedrijfsruimtemarkt staan in de nieuwste editie ‘Nederland Compleet’ van vastgoedadviseur Cushman & Wakefield. Het segment bedrijfsruimte is in het onderzoek onderverdeeld naar industrieel en logistiek vastgoed. De recordopname van industrieel vastgoed van 2 miljoen m2 in 2017 is een stijging van 13 procent ten opzichte van 2016. De opname van logistiek vastgoed steeg afgelopen jaar met maar liefst 39 procent naar 2,5 miljoen m2.

Volgens hoofd research Frank van der Sluys van Cushman & Wakefield bevestigen de cijfers de economische hoogconjunctuur in Nederland. ‘Zowel de maakindustrie als de transport- & logistieksector groeien sterk, net als de banen in de industrie. Door de behoefte aan wonen in steden wordt de maakindustrie steeds meer de stad uitgeduwd waardoor de markt voor industrieel vastgoed daar op dit moment te krap is. Hoewel er behoefte aan woningen is, moeten we waken voor een monocultuur. Onze steden moeten groeien, want naast alle functies die in een stad thuishoren heeft ook de maakindustrie toegevoegde waarde voor een stad.’

Krappe markt
De leegstand van bedrijfsruimte is in een jaar tijd met 17 procent (1,6 miljoen m2) sterk gedaald tot 7,8 miljoen m2. Hiervan betreft 6,6 miljoen m2 industrieel vastgoed en 1,2 miljoen m2 logistiek vastgoed. Afgezet tegen de jaarlijkse ingebruikname ligt het aanbod industrieel vastgoed ruim drie keer hoger. In het segment logistiek vastgoed is de markt met twee keer zoveel vraag als aanbod, zeer krap. De vraag is nog altijd sterk gericht op nieuwe distributiecentra die op maat worden gemaakt.

Nederland weet nog altijd veel logistiek dienstverleners aan zich te binden die vanuit Europese distributiecentra een groot Europees afzetgebied bedienen. Mede doordat deze afzetgebieden steeds groter worden, neemt de behoefte aan grootschalige distributieruimten toe. Deze grote transacties stuwen de opname. Nieuwbouwplannen die nog niet in uitvoering zijn, worden niet meegenomen in het aanbod. Dit blijkt ook uit de top 10 grootste bedrijfsruimtetransacties in 2017. De hele top 10 bestaat uit logistiek vastgoed en in negen gevallen gaat het om nieuwbouw. De grootste transactie vond plaats in Lelystad waar Inditex 170.000 m2 gaat gebruiken.

Geografische spreiding
Door de nadruk op grootschalige transacties is de geografische spreiding van logistiek vastgoed beperkt. In totaal is de opname in 2017 verspreid over 57 plaatsen in Nederland waarmee de top 10 goed is voor 57 procent van de opname. De top 10 plaatsen waar de hoogste opname in logistiek vastgoed heeft plaatsgevonden, is een mix van hotspots waarbij multimodaliteit doorslaggevend is en hotspots waarbij multimodaliteit en de nabijheid van consumenten cruciaal is.

De ingebruikname van industrieel vastgoed kent een veel grotere geografische spreiding. De top 10 is goed voor ‘slechts’ 22 procent van de landelijke opname, maar bestaat ook uit omvangrijke transacties tussen 12.500 en 35.000 m2. De totale opname is verdeeld over 318 plaatsen. In 2017 is in Amsterdam het meeste industriële vastgoed in gebruik genomen, gevolgd door Den Bosch en Rotterdam. De top 10 laat zien dat nabijheid van consumenten cruciaal is.

Hoofd Industrial Jan Verhaegh van Cushman & Wakefield ziet de groei van industrieel vastgoed zich gelijkmatig verdelen over Nederland. ‘Wel geldt dat wij negen industrieel economisch sterke gebieden onderscheiden. Naast de Randstad zien we uitschieters in de regio’s Twente, Zwolle, Arnhem-Nijmegen en Brabant. Op veel plekken in deze regio’s wordt de opname geremd door schaarste aan kwalitatief hoogwaardig aanbod.’

 

Bron: Vastgoed markt

Vastgoedbeleggers moeten in Rotterdam zijn voor hoogste rendement

Rotterdam heeft de koppositie overgenomen van Vlaardingen als het gaat om het hoogste rendement op vastgoedbeleggingen. Het gemiddelde rendement bedraagt 8,43 procent.

Dit blijkt uit onderzoek van de Nederlandse huizenmarkt door Vastgoedtool.com.

Rotterdam stond vorig jaar nog op een 16e plek. Volgens initiatiefnemer en eigenaar Erik de Voogd van vastgoedtool.com is deze stijging op de ranglijst te danken aan de snel stijgende huurprijzen. ‘De gemiddelde verhuurprijs in Rotterdam lag altijd ver achter op Amsterdam, Utrecht en Den Haag, maar lijkt nu aan een inhaalslag te zijn begonnen. Hierdoor ontstaat ruimte voor een hoger verhuurrendement.’

Met Rotterdam als overall winnaar, Schiedam op een tweede plek en Vlaardingen op de vierde plaats doet de metropoolregio Rotterdam het sowieso niet slecht. Populaire steden als Amsterdam (60ste), Den Haag (14e) en Utrecht (38ste) komen niet in de top 10 voor.

Rotterdam wint het ook als je kijkt naar de gemiddelde waardestijging. De Maasstad laat een stijging zien van maar liefst 13,7 procent. Amsterdam, Den Haag en Utrecht blijven ook hier achter met een gemiddelde waardestijging van respectievelijk 9,8 procent, 10,2 procent en 7,1 procent.

De basis van het onderzoek is de ‘big data’ van meer dan 450.000 appartementen met een oppervlakte van tussen de 51 m2 en 100 m2.

Opvallend is ook de opmars van studentenstad Leiden. Vorig jaar stond Leiden in het onderzoek nog op een 30ste plek en neemt nu een 6e plek op de lijst in. Dit komt volgens De Voogd doordat de gemiddelde huurprijs in Leiden is gestegen met 14,5 procent. Sneek, vorig jaar nog goed voor een tweede plek komt nu niet meer in de top 50 voor. ‘Dat heeft vooral te maken met het minimum aantal aangeboden woningen in een plaats. De Vastgoedtool moet minimaal 100 woningen hebben gevonden in een plaats om voor te komen in het onderzoek. Sneek komt daar op dit moment niet aan.’