,

Winkel beleggingsvolume overschrijdt volume 2014

Taxateurvz-winkel-belegging-volume-stijgt-2015-cbre

Winkel beleggingsvolume overschrijdt volume 2014 

Beleggers anticiperen op een aantrekkende vraag naar winkelruimte nu de economische situatie in Nederland verbetert, constateert CBRE op basis van eigen onderzoek naar winkelbeleggingen in de eerste helft van 2015.

In het eerste halfjaar van 2015 kwamen volgens de cijfers van CBRE de investeringen in winkelvastgoed uit op ongeveer 1,6 miljard euro, een toename van ruim 60 procent op jaarbasis. Hiermee is het volume van 2014 al overschreden. De sterke toename van het beleggingsvolume was vooral te danken aan de portefeuilleverkoop van Klépierre aan Wereldhave: de koopsom was 730 miljoen euro. De meeste objecten die in de eerste helft van 2015 werden verkocht waren winkelcentra.

De gebruikersmarkt reageert nog niet op de economische verbetering: in de eerste helft van 2015 werd 170.000 m2 winkelruimte verhuurd. Dat is 22 procent minder dan in dezelfde periode van 2014. De expansietrend onder aanbieders van luxe goederen en prijsvechters zet intussen door. Illustratief is de komst van het luxe warenhuis Gallery Haussmann naar het Amsterdamse Rokin en de nieuwe Primark-winkel in Hilversum.

Verder blijkt uit de Retail Marketview van CBRE dat de vraag naar winkels zich vooral richt op de vier grootste steden van het land, waarbij Amsterdam het meest in trek is. Binnen deze steden concentreert de vraag zich in de centra. Zoals gebruikers zich richten op de beste locaties, richten institutionele en beursgenoteerde vastgoedfondsen zich op topvastgoed, zoals goedlopende grote winkelcentra en winkels in de kernwinkelgebieden in de grotere winkelsteden.

Opportunistische beleggers kiezen tegen relatief lage aankoopprijzen voor value-add objecten: objecten die voor verbetering vatbaar zijn, bijvoorbeeld door het aantrekken van nieuwe huurders of door herontwikkeling. Een voorbeeld is de aankoop van de Haagse MegaStores door CQS/Meijer Realty Partners.

Door de toegenomen beleggersvraag is het aanvangsrendement voor primair vastgoed scherper geworden. Het verschil tussen de aanvangsrendementen van primair en secundair vastgoed loopt hierdoor op. Dit duidt erop dat beleggers huiverig zijn voor extra risico. Voor secundair vastgoed – met weinig kans op waardevermeerdering of niet voldoend aan de prijsperceptie – zullen zich minder kopers melden. De interesse van beleggers in primair vastgoed blijft echter groot en dit zal zich vertalen in diverse winkelvastgoedtransacties. Hierdoor blijft het investeringsvolume op peil.

Bron: Vastgoedmarkt